Tour de France, tour de force

Nadat AA Gent zich in België de beste van de slechtsten toonde en na de weinig opwekkende les in 'anti-management' door de bobo's van diverse voetbalbonden was het vanaf 04 juli tijd voor echte sport. Hoera!

Al leek het aan de vooravond van de Tour de foute kant op te gaan toen Lars Boom te lage cortisolwaarden liet optekenen. Manager Vinoukourov loste dat op geheel eigen wijze op en aangezien niemand daar iets zinvols over zegt zal het ook nog op de goede manier geweest zijn, zeker? De vrees voor een 'Astana-tour' is voorlopig echter niet terecht. Blijkbaar heeft Frankrijk zelfs in Kazachstan een andere reputatie in de jacht op doping dan, laat ons zeggen, Italië... . In mei. Van 2015.

Maar goed: de Tour. Vooraf en op papier de mooiste in jaren. Indrukwekkend deelnemersveld (zowat alle winnaars van de laatste grote ronden), een 'klassieke' eerste week met potentiële waaiers, kasseien en Ardennenklassiekers en elke dag televisie, krant, radio en internet die massaal berichten vanuit 'de buik' van het peloton.

Start!

De effectieve start was veelbelovend: de snelste tijdrit ooit, door een renner (Rohan Dennis) die nog sneller zou kunnen als hij beter leerde sturen, meteen gevolgd door een schitterende etappe naar Neeltje Jans. De - hun plaats in het peloton hebbende en duidelijk in beeld komende - Afrikanen van MTN-Qhubeka zullen daar toch even hun ogen hebben uitgekeken. Vier gele truien op vier dagen tijd. Telkens toppers. Cancellara, veteraan van vele oorlogen, die zijn 29ste (!) gele trui pakt. Alstublieft. Froome, die stuurmanskunst toont ondanks zijn reputatie op dat vlak. Martin. Een minzaam beest. Tragiek en heroïek in één. Met een stukgeslagen en een stukje uitstekend sleutelbeen Stybar gaan feliciteren, wie doet hem dat na?

Door België

Ondanks het feit dat je de koers nergens beter kan volgen dan thuis voor de buis, wou ik toch zelf eens een kijkje gaan nemen in Hoei en Seraing, respectievelijk aankomst en start van de derde en vierde rit. Ik was niet de enige.
Koers leeft in België. Goed georganiseerd al zeker! Bewegwijzering, oversteekplaatsen, sfeer, zon, grote schermen. In Hoei was alles aanwezig om gewoon te genieten. Bovendien zorgden de renners zelf voor extra heroïek door massaal tegen de vlakte te gaan aan een slordige 80 km per uur. Nochtans hoefde dat niet per se. Ik was al overtuigd van het feit dat het taaie mannen zijn, ook voor ik Johan Vansummeren zwaar gehavend en ver achterop de muur zag opdraaien voor nog 1300 vreselijke meters.

Bij de start in Seraing sprak diezelfde Vansummeren op het startpodium en in het Frans over 'een goeie nacht' en 'proberen een beetje te werken voor de kopman'. Dat hoorde ik. Zien was moeilijker, want de Tour is een circus voor genodigden, Vips en effectieve en denkbeeldige gekroonde hoofden. Als geen van de voorgaande is het bij de start vooral kilometers stappen, drummen, zoeken, over nadars hangen. ASO is een multinational. Op een bepaald moment wordt het instituut te groot en vergeet het dankzij wie het zo groot kon worden. Publiek in de eerste plaats. Bovendien heeft het macht. Genummerde wagens van ASO hoeven duidelijk geen rekening te houden met Belgische wetten als ze aan 160 per uur over de E42 naar Cambrai knallen. Dit terzijde.

(Anti)helden

De eerste vier dagen was onder andere Cavendish de gebeten hond. Zijn natuurlijk killersinstinct laat hem in de steek. Zijn vorm ook, als hij eerlijk is. Hij is arrogant. Scherp in zijn reacties. Prikkelbaar bij verlies. Altijd geweest. Als je wint, dan mag dat. Als je verliest duidelijk niet. Anderzijds: voor een fenomenaal jaarloon mag je resultaten verwachten en die zijn er (nog) niet.
Greipel maakt de omgekeerde beweging. Destijds bij Lotto-Soudal gekomen en van bij de start kritiek gekregen. Een Duitser? Hebben wij geen Belgen om een ploeg rond te maken? En dan nog geen echte winnaar, maar het hulpje van Cavendish? Pffff.... . Ondertussen is elke zege van Greipel ook een beetje een Belgische zege. Gelukkig maar. Modelprof en een stuk minder flegmatiek dan eeuwige rivaal Cavendish. Het kan verkeren.

Van Greg Van Avermaet blijft het moeilijk te zeggen wat hij is: held of antiheld. Slachtoffer van zijn eerste bekroning als 'Flandrien van het jaar', dat is hij zeker. Bij gebrek aan beter werd hij toen door de verzamelde pers een beetje te hard opgehemeld. Van Avermaet is ondertussen wel al drie jaar één van de vijf beste renners ter wereld. Van de eerste tot de laatste dag van het seizoen strijdt hij op geheel eigen wijze mee voor de prijzen. Op elk terrein en in een wereld vol specialisten. Attractief koersend maar te weinig winnaar volgens sommigen. 'Dom' volgens anderen. Laat het ons houden op: topatleet. Rustige mens. Altijd bereikbaar. Mooie renner. Het komt er zeker nog van!

Het peloton zit vol (anti)helden. De Vansummerens van deze wereld. De Gendt, Matthews, Henderson, Hansen, Oss, Ten Dam en al die anderen die ik hier vergeet. Werkpaarden, na vijf dagen al zwaar gehavend en gebroken. Zichzelf elke dag over hindernissen slepend, letterlijk en figuurlijk. In de hoop de Tour uit te rijden en misschien nog iets te betekenen voor de ploeg. Of gewoon voor zichzelf. Om na een maandenlange training niet na twee, drie of vier dagen te moeten zeggen dat al dat werk voor niets was.

Vive le Vélo

De leuze én het televisieprogramma van Karl Vannieuwkerke, dat er ondanks een zwakke start een sterke eerste week heeft opzitten. Te weinig kritisch en te vrijblijvend op de eerste dag, maar nadien hilarisch met Wouter Deprez ('C'est pour la télévision Belge...' ) en goed met Tom Boonen en Eddy Planckaert. Met speciale dank ook aan Rik Verbrugghe (wat een rust en vakmanschap straalt die man uit!) en Elke Weylandt.

Maar toch vooral de leuze. Vive le Vélo. De eerste week zit er al bijna op, maar we hebben er nog twee te gaan. Laat ons collectief hopen dat het twee weken van sportieve strijd worden. Wielrennen om duimen en vingers van af te likken. Ondanks het instituut ASO moet dat kunnen, met harde renners en een enthousiast publiek.