We moeten vooruit durven kijken, naar wat te winnen valt

Alles is vandaag ‘verlies’. En dat zal het altijd zijn, als we het blijven vergelijken met hoe we het in onze groeifantasieën graag hadden gezien. Misschien helpt het om de zaken anders te bekijken? Als een keerpunt, veel meer dan een onderbreking. We gaan wellicht een andere toekomst tegemoet. Het heeft weinig zin om vast te houden aan wat had kunnen zijn.


Elke dag die voorbij is, zijn we verder verwijderd van hoe de zaken waren voor corona de maatstaf werd. En elke ochtend komen we dichter bij een nieuwe en andere realiteit. Een realiteit die we niet kennen, met aspecten en elementen waaraan we ons moeten aanpassen. Terug naar hoe het was, het wordt steeds onwaarschijnlijker. Daar houden we niet van. De mens – algemeen – verkiest een status quo. Niet te zot, niet te fel, niet te veel verandering.

Onze breinen zitten voorlopig nog vast in de realiteit zoals we ze voorspeld zagen. Iedereen wist wat er volgende maand kwam. Groei, investeringen, druk ook. Dat is geen oordeel, enkel een vaststelling. Het is hoe de wereld in al zijn globalisering de laatste decennia geëvolueerd is. Voorlopig komen we daar niet los van. De politici streven naar ‘aansluiting bij de situatie zoals ze was voor de crisis’, de Europese Centrale Bank gaat zo nodig een biljoen (!) euro’s bijmaken om alles weer ‘normaal’ te krijgen en straks plakken we twee weken aan het schooljaar dat anders korter zou kunnen uitvallen. Korter dan wat? Een schooljaar zonder corona? Dat is er nu niet.


“Elke dag die voorbij is, zijn we verder verwijderd van hoe de zaken waren voor corona. Misschien wordt het dus tijd om vooruit te kijken? Naar wat mogelijk is. Niet naar wat mogelijk geweest was.”


De geest van het verleden

Alles wat zich nu afspeelt, wordt bij gebrek aan alternatief scenario tegenover het verleden gezet. En dan verliezen we altijd. De geest van het verleden, daar heeft nog nooit iemand van gewonnen. Op dit moment doet onze overheid er – ook met het ‘verliesconcept’ voor ogen – alles aan om de economische dominostenen niet te laten omvallen. Too big to fail, we hebben dat al eens geprobeerd.

Maar: we hadden ook niks kunnen hebben. Nul komma nul. Er is vandaag geen grote vraag meer, geen groot aanbod en er gaan overal ter wereld mensen dood aan – laat ons dan meteen ook echt realistisch zijn – een virus dat niet eens het extreemste is. Was dit Ebola geweest, gecombineerd met de verspreidingssnelheid van Covid-19, dan was de economie al lang niemands zorg meer. Het is net zo goed een speculatie, maar laat ons niet vergeten dat de eerste pandemie-voorspellingen net geen twintig jaar oud zijn. Dat is bijna ouder dan het internet en dubbel zo oud als de smartphone en het perspectief van eeuwigdurende economische groei. We hebben ze toen genegeerd wegens potentieel te weinig winstgevende oplossingen. Mondmaskers maken, voor ‘ooit eens’, dat was geen slimme investering. Dat zie je van hier. Zelfs de huur voor de opslag ervan raakte weggesaneerd vanuit ‘gezond’ economisch denken. Datzelfde ‘gezonde ‘economische denken dat er – in de marge – toe leidde dat we als maatschappij ook zonder crisis of quarantaine met torenhoge schulden en tekorten kampten. ‘Slecht management’ zou dat in een private onderneming heten.

Elke dag die voorbij is, zijn we verder verwijderd van hoe de zaken waren voor corona. Misschien wordt het dus stilaan tijd om vooruit te kijken? Naar wat mogelijk is. Niet naar wat mogelijk geweest was. Vergeet daarbij niet dat we sowieso al tegen een kantelpunt aanduwden. Venetië en Barcelona wilden eigenlijk geen toeristen meer. Voor 25 over-gesubsidieerde euro’s door Europa vliegen, het wrong stilaan bij veel mensen. De burn out-cijfers waren hallucinant in 2019. Milieu, mens, maatschappij … geen van de drie haalde het écht van economie. Ten gronde. Dat was de situatie, ondanks een aantal voorzichtige stappen en bijsturingen. En dat werd steeds moeilijker vol te houden.

 

“Misschien waren we wel aan het eind van een cyclus gekomen en zet de coronapandemie dat gewoon extra in de verf? Dan is dit het uitgelezen moment om een paar zaken bij te sturen. Om in te grijpen en te verbeteren. In de eigen directe omgeving, om te beginnen.”

 

Status quo doorbreken

De vraag wordt dus niet of we daar met ons allen zo graag naar terug willen. Natuurlijk, de status quo blijft het aantrekkelijkste. Het is minst lastig. Het vereist relatief minst inspanning. Voor vrijwel elke mens. Ook die paar procenten die al die andere procenten bezitten. Jeff Bezos zag zijn vermogen met 24 miljard toenemen sinds corona de wereld domineert. Quasi onbelast, overigens. De politici zijn wereldwijd fan van ‘zo snel mogelijk terug naar hoe het was’. Ze zijn hun volgende campagne al begonnen.

Stel nu eens dat we het door een andere bril bekijken? Misschien is dit het moment om Patrick Lefevre van het jaarlijkse juk van de sponsorzoektocht af te helpen en een deftig langetermijnmodel voor het wielrennen uit te dokteren? Misschien is dit het moment om dinosaurussen zoals de UEFA, FIFA en UCI opnieuw uit te vinden? Ze weten er al lang niet meer waar het in sport om draait. Misschien is de vraag of Belgische politieke partijen steeds meer vastgoed moeten verwerven via hun nog altijd toenemende partijsubsidies vandaag wel een terechte vraag? Het antwoord is ook los van dit moment trouwens ‘neen’.

Het zijn ver-van-ons-bed-voorbeelden. Maar … gaat straks echt iedereen zomaar weer in die file staan aanschuiven? Bepaalde jobs bestaan uit 20 uur per week vergaderen. Gaan we dat opnieuw doen, nu blijkt dat de helft van die tijd volstaat? Of kan het anders? Veel medewerkers stijgen op dit moment boven zichzelf uit. Misschien is er een enorme stap richting zelfsturing gezet? Willen we dat terugdraaien? Het belang van bepaalde sectoren is nu duidelijker dan een maand geleden. Moeten we de maatschappelijke kosten die armoede, burn-outs, kankers, depressies en zorg in het algemeen met zich meebrengen toch niet vanuit een andere invalshoek bekijken? Of gaan we dat bij de volgende totale ineenstorting dan wel oplossen? Maatschappelijk verantwoord ondernemerschap: deze situatie schept kansen. O ja, en dat ons Belgisch staatssysteem zo onwerkbaar is als het ondertussen uitgesplitst is, dat werd ondertussen ook steeds pijnlijker duidelijk. Meteen meenemen dan?

Misschien waren we wel stilaan aan het eind van een cyclus gekomen en zet de coronapandemie dat gewoon extra in de verf? Dan is dit het uitgelezen moment om een paar zaken bij te sturen. Om in te grijpen en te verbeteren. In de eigen directe omgeving, om te beginnen. En inderdaad: er zijn veel vragen. Er is geen draaiboek en geen handleiding. Niemand kent het scenario. We zouden dat graag willen, en we zullen blijven houden van een status quo, maar er is geen voorgaande.

Nooit eerder was de situatie wat ze vandaag is. Misschien biedt net dat dus mogelijkheden. Op voorwaarde dat we er anders durven naar kijken. Niet vanuit wat had kunnen zijn, wel vanuit wat we willen creëren.

Op de eigen werkvloer en in de wereld.

Dat gaat niet lukken als we met ons allen achteruit turen. Dan loop je bovendien het risico tegen een muur te knallen of de volgende bocht te missen. Dus moeten we vooruit kijken, naar wat er te winnen valt.


Noot vanuit communicatief standpunt: er is een doel nodig. Liefst een positief!

Een andere, betere invulling van onze dagelijkse werkelijkheid is een interessanter en positiever uitgangspunt dan de confrontatie met ‘wat had kunnen zijn’. Ook naar klanten en medewerkers toe.

Het verliesmodel biedt minder kansen, minder opportuniteiten dan een open blik vooruit. Op dit moment.

Het is niet de crisis op zich die cruciaal is. Die is er voor iedereen. Wel het vacuüm nadien zorgt voor problemen. Probeer dus te vermijden dat er een vacuüm ontstaat. Het sluit niet uit dat de realiteit een aantal zaken vereist. Voor tal van ondernemingen is dit ‘overleven’ met alles wat daarbij komt kijken. Nu zeker.

Maar … ook in overlevingsmodus is een positief perspectief van levensbelang. Voor jezelf – in de eerste plaats – maar ook voor medewerkers en klanten.